
Wat we willen bereiken
Inclusiever onderwijs. Een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen, iedereen is tenslotte anders. Onderwijs is een domein waar een groot deel van de ontwikkeling van kinderen plaatsvindt, daar moet sprake zijn van inclusie. Dit betekent dat scholen voor alle kinderen en jongeren, ook degenen met een kwetsbaarheid of beperking, een veilige plek zijn. Een plek waar zij niet alleen leren, maar de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben en waar hun veerkracht kan groeien.

Waarom we dat willen
Een inclusieve samenleving voor jeugd heeft goed en inclusief onderwijs, kinderopvang, ruimte om te spelen en te sporten én een plek waar je als jeugdige of ouder met vragen terecht kunt. Dit vinden we algemene (basis)voorzieningen. Hoe sterker die basis, hoe beter en preventiever vragen en problemen die bij opgroeien horen, in het gewone leven kunnen worden opgepakt. Onderwijs en kinderopvang zijn onderdeel van deze sociale en pedagogische basis. Om die reden is het belangrijk om hen stevig aan het jeugddomein te verbinden en andersom.
We vragen van partijen die werken aan deze pedagogische basis dat ze de verbinding met elkaar gaan maken en beter samenwerken. Onderwijs en zorg zijn verschillende domeinen waar schotten tussen staan. Hierdoor kan niet vloeiend worden samengewerkt. Wij willen dat domeinoverstijgend wordt gekeken naar wat een jeugdige nodig heeft, dus niet alleen vanuit onderwijs of vanuit zorg, maar vanuit het geheel. We gaan professionals die dagelijks met kinderen en jongeren werken beter ondersteunen én zorgen voor meer verbinding en samenwerking.
Begeleiden van voortijdig schoolverlaters
We krijgen voortijdig schoolverlaters (vsv) steeds beter in beeld en weten ze meer te bereiken. Ook vinden gerichte hercontroles plaats. Toch blijft de rol van de vsv-consulent beperkt. Hij of zij kan namelijk zelf nauwelijks iets aanbieden. De consulent spoort de jongeren op en gaat in gesprek. Maar om iemand door te leiden naar werk is er vaak andere hulp nodig. Zoals begeleiding vanuit het WerkBedrijf.
Kwalitatief onderzoek blijft nodig. Aan de ene kant om te weten waarom jongeren uitvallen. En aan de andere kant om scherp te krijgen hoe we hen beter en sneller kunnen helpen. De samenwerking met o.a. het Werkbedrijf, Leerwerkloket en de onderwijsinstellingen verloopt goed. Op onderdelen kan het nog beter. Het moet voor alle jongeren helder zijn waar ze terecht kunnen voor advies en ondersteuning rondom scholing, opleiding, werk en inkomen. Er is een wetsvoorstel in de maak, waarmee gemeenten voor de doelgroep van 23 tot 27 jaar dezelfde coördinerende taak kunnen vervullen als voor de huidige doelgroep tot 23 jaar. Vooruitlopend op dit wetsvoorstel werken we in 2022 verder aan integrale ondersteuning tot 27 jaar.
Kijk hier voor meer informatie over voortijdig schoolverlaten.
Corona-effecten
Niemand weet wat de langetermijngevolgen zijn van corona op jongeren, onderwijs en toekomstperspectief. In schooljaar 2020-2021 heeft de regio verschillende aanvullende budgetten gekregen. Bijvoorbeeld voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s voor het onderwijs. En voor extra hulp in de klas en extra begeleiding en nazorg in het mbo. Maar ook voor de aanpak van jeugdwerkloosheid, met nazorg voor (vroegtijdig) schoolverlaters en begeleiding naar werk. Zo was er in het voorjaar van 2021 vanuit het welzijnspakket Jeugd extra jongerenwerk op alle vmbo-scholen. Daarnaast zijn er veel activiteiten opgezet rondom ontmoeting en ondersteuning. We koppelen de extra middelen logisch aan ons vsv-programma en regionale arbeidsdoelen. Samen spannen we ons in om iedere jongere de onderwijscarrière te laten doorlopen die bij hem of haar past. Zodat hij of zij waar mogelijk met een diploma de arbeidsmarkt op kan.
