
Onderwijs, zorg en voortijdig schoolverlaten
Jongeren zonder startkwalificatie hebben minder kans op de arbeidsmarkt. Daarom nemen het Rijk, scholen en gemeenten maatregelen om jongeren weer naar school te helpen. Aanpak van voortijdig schoolverlaten (vsv) noemen we dat. Hiervoor krijgen de gemeenten en onderwijsinstellingen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs geld van het ministerie van OCW.

Ondersteuning op school
Er zijn verschillende redenen voor veelvuldig schoolverzuim. Van een gebrek aan motivatie of faalangst tot het ontbreken van een stevige thuisbasis of psychische en medische problemen. Soms is de reden onduidelijk. Hoe dan ook: verzuim is een aanleiding om met jongeren in gesprek te gaan. Dit vraagt om goede ondersteuning van de mentor of de studie- of trajectbegeleider op school. Belangrijk hierbij zijn bijvoorbeeld mogelijkheden om in te stromen of te switchen van schooltype. Of loopbaanoriëntatie en extra ondersteuning in de klas.
Aansluiting onderwijs en zorg
In onze regio verbeteren we de aansluiting tussen onderwijs en zorg, zowel in het voortgezet onderwijs als het mbo. Zodat we problemen vroegtijdig kunnen aanpakken en escalatie van problematiek zo veel mogelijk voorkomen. In 2021 zijn enkele pilots gestart voor ondersteuning op en rondom school. Denk aan preventieprojecten zoals GGZ. En het zorgen voor vaste contactpersonen en solide samenwerking tussen school en wijk. Maar ook het organiseren van een flexibele schil aan ketenpartners die direct betrokken zijn bij zorgintensieve opleidingen en scholen. Deze pilots zijn verweven in het jeugd-, zorg- en welzijnsbeleid van gemeenten. Ze worden nauwkeurig afgestemd met de regionale portefeuillehouders onderwijs én zorg en welzijn.
Begeleiden van voortijdig schoolverlaters
We krijgen voortijdig schoolverlaters (vsv) steeds beter in beeld en weten ze meer te bereiken. Ook vinden gerichte hercontroles plaats. Toch blijft de rol van de vsv-consulent beperkt. Hij of zij kan namelijk zelf nauwelijks iets aanbieden. De consulent spoort de jongeren op en gaat in gesprek. Maar om iemand door te leiden naar werk is er vaak andere hulp nodig. Zoals begeleiding vanuit het WerkBedrijf.
Kwalitatief onderzoek blijft nodig. Aan de ene kant om te weten waarom jongeren uitvallen. En aan de andere kant om scherp te krijgen hoe we hen beter en sneller kunnen helpen. De samenwerking met o.a. het Werkbedrijf, Leerwerkloket en de onderwijsinstellingen verloopt goed. Op onderdelen kan het nog beter. Het moet voor alle jongeren helder zijn waar ze terecht kunnen voor advies en ondersteuning rondom scholing, opleiding, werk en inkomen. Er is een wetsvoorstel in de maak, waarmee gemeenten voor de doelgroep van 23 tot 27 jaar dezelfde coördinerende taak kunnen vervullen als voor de huidige doelgroep tot 23 jaar. Vooruitlopend op dit wetsvoorstel werken we in 2022 verder aan integrale ondersteuning tot 27 jaar.
Kijk hier voor meer informatie over voortijdig schoolverlaten.
Corona-effecten
Niemand weet wat de langetermijngevolgen zijn van corona op jongeren, onderwijs en toekomstperspectief. In schooljaar 2020-2021 heeft de regio verschillende aanvullende budgetten gekregen. Bijvoorbeeld voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s voor het onderwijs. En voor extra hulp in de klas en extra begeleiding en nazorg in het mbo. Maar ook voor de aanpak van jeugdwerkloosheid, met nazorg voor (vroegtijdig) schoolverlaters en begeleiding naar werk. Zo was er in het voorjaar van 2021 vanuit het welzijnspakket Jeugd extra jongerenwerk op alle vmbo-scholen. Daarnaast zijn er veel activiteiten opgezet rondom ontmoeting en ondersteuning. We koppelen de extra middelen logisch aan ons vsv-programma en regionale arbeidsdoelen. Samen spannen we ons in om iedere jongere de onderwijscarrière te laten doorlopen die bij hem of haar past. Zodat hij of zij waar mogelijk met een diploma de arbeidsmarkt op kan.
